recensies

Meneer Mølsk oftewel de kracht van geluid als object.
Etienne Borgers is geobsedeerd door muziek, door geluid en de vorm van soundscapes, en verwerkt dat in combinatie met beeld in zijn non-verbale voorstellingen. In deze eerdere voorstellingen maakte hij al een aanzet tot wat Meneer Mølsk uiteindelijke zou worden. Dit keer heeft hij een finale stap gezet. Het beeld in de vorm van objecten en decor verdween volledig ten gunste van klanken; op het speelvlak staat niets meer of minder dan een vijftal zuilen met daarop verschillende types speakers.
Ziehier het Museum van Geluiden. Meneer Mølsk is daar schoonmaker, met een enorme koptelefoon op zijn hoofd hanteert hij op swingende wijze, bezem, mop en sop. Hij leeft zo in zijn eigen wereld en is daar zielstevreden mee. Tot hij zijn koptelefoon afzet en zich bewust wordt van wat er in het Museum van Geluiden te horen is. Hij raakt verstrikt in een maalstroom van geluiden. Uit is het met zijn rust, hij zal iets moeten doen om niet ten onder te gaan in het beroep dat alle geluiden op hem doen. In eerste instantie is er het vredige kabbelen van de zee, dat langzaam overgaat in een zware storm die Mølsk bijna van de sokken blaast. Als de storm min of meer onder controle is, begint een baby te huilen, ontroostbaar. De eerste impuls van Mølsk is om de speaker te verstoppen, wat uiteraard niet helpt, het gehuil gaat onverminderd door. Een blaffende hond eist ook zijn aandacht en als hij die niet krijgt, wordt hij behoorlijk agressief. En alsof dat niet genoeg is, racet er een auto dwars door het museum, en vormt een gevaar voor baby en hond en niet te vergeten Meneer Mølsk zelf. Hij wordt gedwongen zich open te stellen voor zijn omgeving en een manier te vinden om baby en hond te troosten en op hun gemak te stellen.
Gaandeweg de voorstelling bouwt Etienne Borgers een virtuele wereld van geluid. Het is fascinerend om te zien hoe hij geluid tot object maakt. Als hij een speaker met babygehuil oppakt, pakt hij ook daadwerkelijk een baby op en zijn publiek – vanaf 4 jaar - gaat moeiteloos mee in deze fantasie. Etienne Borgers beschikt niet alleen over een groot muzikaal talent, wat blijkt uit de muziek voor zijn liedjes die hij zelf componeert, maar daarnaast ook nog eens over een expressief lijf dat elke emotie nog eens sterk vergroot. In zijn strijd tegen het geluidsgeweld straalt hij een vertederende hulpeloosheid uit, waarmee hij het publiek nog meer op zijn hand krijgt.
Marla Kleine, Wij Poppenspelers

Geluiden Tovenaar
Uit de luidsprekers kruipen een hond, een raceauto en een baby. Een hele wereld wordt zichtbaar vanuit niets dan een luidspreker.
‘Meneer Molsk’ is een heel interessante, met fantasie gevulde wereld gemaakt voor kinderen, maar ook volwassenen genieten enorm en kunnen er volop over filosoferen.
De voorstelling gaat over Meneer Molsk en zijn baan in het Museum van Geluid. Maar ondanks zijn baan interesseert hij zich totaal niet voor geluid. Hij maakt schoon en heeft zijn hoofdtelefoon op met stevige rock muziek en hoort niets van de geluiden om zich heen. Wanneer hij zijn hoofdtelefoon afzet gebeurt er een wonder.
Het toneelbeeld is heel eenvoudig. Een witte vloer met wit licht. Vijf speakers met verschillende afmetingen staan op sokkels in de ruimte en vier andere speakers daarbuiten. Een man. Dat is alles.
Wanneer de speaker geluid maakt, zoals een stormachtige wind, geluiden van dieren, een baby die huilt, dan wordt deze geluidswereld ineens een heel reëel universum. Meneer Molsk houdt erg van dit universum evenals de kinderen in het publiek.
Nadat we een zacht briesje tot een storm hebben horen ontwikkelen en deze storm is gaan liggen, horen we een baby huilen. Meneer Molsk pakt de speaker (die nu de baby is geworden) op en leert te begrijpen wat de baby van hem wil. Deze baby en een hond blijven bij hem op zijn soms gevaarlijke, avontuurlijke en poëtische reis.
De voorstelling is bedacht en gespeeld door Etienne Borgers. Het is geweldig te zien hoe hij met zijn lichaamstaal de geluiden tot leven weet te wekken en expressie geeft aan de meest uiteenlopende emoties die de geluiden oproepen. De voorstelling triggert de fantasie van de kinderen; ze kunnen alles wat de geluiden creëren dromen, ruiken, zien en voelen. Zo eenvoudig, zo geniaal.
Tegelijkertijd geeft de voorstelling een commentaar op de angst van de volwassene ten aanzien van de virtuele wereld waarin kinderen graag vertoeven en een commentaar op hen die met oordoppen rondlopen en niets horen van de wereld om zich heen.
Ranablad, 30 april 2010